De 'Beatos': verluchtigde geschriften over de Apocalyps


De Beato de Liébana (in het Nederlands 'Beatus van Liébana'; van het latijn, beatus: zalige, en de naam van een dal in het Spaanse Cantabria, el Valle de Liébana) was oorspronkelijk een persoon. Tegenwoordig is het echter de aanduiding van een geschrift als commentaar op de Apocalyps van Johannes dat door deze devote persoon en godsgeleerde rond 776 werd geschreven en gedurende vele eeuwen werd gekopiëerd en over meerdere kloosters verspreid. De zg. beatos zijn dus vervaardigde kopieën van dit handschrift. Door hun bijzondere verluchtingen zijn ze van grote kunsthistorische betekenis.

Er is weinig bekend over de persoon, die achter de tekst van de manuscripten schuilt. Hij moet zeker een priester zijn geweest, hoogstwaarschijnlijk een monnik, en hij woonde in het klooster San Martín de Turieno, later Santo Toribio de Liébana geheten. Dat klooster lag in het gebied, dat toen nog het koninkrijk Asturië was.


Asturiës was gevrijwaard gebleven van de toenmalige Moorse overheersing en van daaruit heeft daarom de Reconquista (herovering van Spanje) kunnen beginnen. We weten dat de beato aanwezig was bij het afleggen van de kloostergeloften in 785 door Adosinda, de weduwe van de toenmalige koning Silo van Asturië, en dat hij overleed in 798.

Volgens sommige bronnen werd de Beato uiteindelijk voor zijn dood nog abt in het klooster van Valcavado in Palencia, wat overigens niet bewezen is. Hij moet ook een fervent tegenstander zijn geweest van een kerkelijke stroming in die periode, het zg. 'adoptionalisme', die geloofde dat Jezus, i.t.t. de gangbare mening van de katholieke kerk, geen God was, maar een mens, die na zijn dood werd vergoddelijkt. Hij kreeg hierin ondermeer steun van Karel de Grote. Er bestaat ook een biografie uit de 17de eeuw over hem, van Juan Tamayo de Salazar. Algemeen wordt die echter afgedaan als een verzinsel.

Het commentaar op de Apocalyps van Johannes werd geschreven rond 776 en waarschijnlijk door de Beato gereviseerd in 786 tot zijn definitieve versie. Het origineel is helaas verloren gegaan. De oudste volledige kopie is van rond 940, waarna er minstens nog 25 andere geïllustreerde kopieën zijn gemaakt. In die kopiën zijn o.a. de oudste wereldkaarten van de christelijke wereld terug te vinden. De verluchtingen zijn ongekend helder van vorm en kleur, voorgangers van de latere Middeleeuwse schilderkunst.

Waarschijnlijk is de Beato ook de auteur van O Dei Verbum, een hymne waarin voor het eerst Santiago (Sint Jacobus) als patroon van Spanje wordt genoemd. Later, in 814, kreeg het graf in Santiago de Compostela zijn uiteindelijke waarde binnen het christelijke Spanje en Europa en werd door Alfonso II daar een kerk gebouwd.