De overgave van Breda, door het oog van Velázquez

'La rendición de Breda' (De overgave van Breda) door Diego Velázquez, 1634.

In opdracht van Spaanse koning Filips IV van Spanje maakte de schilder Diego Velázquez (1599-1660) tussen 1634 en 1635 het schilderij 'La rendición de Breda' (De overgave van Breda). Dit naar aanleiding van het beleg van Breda in de jaren 1624-25 door Spaanse troepen onder aanvoering van de Italiaanse veldheer Ambrogio Spinola (1569-1630) en de daarop volgende overgave van deze strategisch gelegen vestingstad.

Het schilderij werd oorspronkelijk samen met twaalf andere vervaardigd -allemaal veldslagen door verschillende kunstenaars- ter decoratie van 'El Buen Retiro', een pas gebouwd koningspaleis in de Spaanse hoofdstad met uitgestrekte tuinen naar Romeinse stijl. Een groot deel van die tuinen is heden ten dage het centraal gelegen 'Retiro' park.

In 1819 kwam het schilderij uiteindelijk in het Prado museum terecht, waar het tegenwoordig nog altijd te bezichtigen is. Van de serie zijn er overigens twee werken verloren geraakt - één was van de hand van Francisco de Zurbarán (1598-1664).

Op het schilderij van Velázquez -vanwege de Spaanse piekeniers ook wel bekend onder de bijnaam 'Las lanzas' (De lansen)- is aan de linkerkant de toenmalige gouverneur van de stad Breda afgebeeld. Het gaat hierbij om Justinus van Nassau (1559-1631), een onechte zoon van Willem van Oranje. Met de bedoeling een kniebuiging te maken overhandigt hij de sleutels van Breda aan Spinola. Deze legt vriendschappelijk zijn hand op de schouder van Justinus om te voorkomen dat deze zich voor hem op deze manier zal vernederen. Het is een voor die tijd atypisch oorlogstafereel aangezien er op geen enkele wijze chauvisisme of heldenverering uit blijkt.

Het is overigens niet zeker of er een echte sleuteloverhandiging heeft plaatsgevonden, maar de hoffelijkheid die op het werk van Velázquez wordt afgebeeld zal er wel degelijk zijn geweest. Dat blijkt onder andere uit het bevel van Spinola om het Bredase garnizoen te laten vertrekken zonder dat de Spaanse troepen tekenen van vreugde of vijandigheid mochten geven. Ook bestaat er een schriftelijke getuigenis dat Justinus Spinola groette bij zijn uittocht uit Breda.

De Spanjaarden hebben overigens niet al te lang mogen heugen op dit wapenfeit. In 1637 -twaalf jaar later- zou Frederik Hendrik van Nassau de stad opnieuw innemen, ten gunste van de Nederlandse Republiek.