Een korte geschiedenis van de kunst in Spanje













Spanje werd als eigen cultuur gevormd uit verschillende oude beschavingen, die in de loop der eeuwen het Iberisch grondgebied bewoond hebben. Hieruit is een grote verscheidenheid voortgekomen, die vanwege zijn eigenheid binnen de Europese culturen bijzonder interessant is.

De oorspong
De grotten van Altamira >> (Cantabria) met hun rotsschilderingen die ongeveer 15.000 jaar geleden werden gemaakt, kunnen in principe genoemd worden als het begin van de Spaanse kunstgeschiedenis. Het is van een ongekend hoog artistiek gehalte binnen de bij ons bekende kunst uit de vroege Steentijd.
In de latere IJzertijd, tijdens de Iberische cultuur ontstonden objecten als Toros de Guisando >>, de Dama de Elche >>, die bewaard zijn gebleven.

Antieke beschavingen
De Phoeniciërs, die als handelslui met hun schepen de Middellandse Zee bevaarden, stichtten kolonies op het schiereiland en lieten sporen van hun cultuur achter in plaatsen als Adra, Cádiz, Cartagena en op het eiland Ibiza.
Daarna waren het de Grieken, die hun kolonies op bepaalde punten aan de oostkust stichjtten, o.a. in Ampuries en Roses (Catalonië). Ook de Carthagers koloniseerden het schiereiland enige tijd –Hannibal gebruikte het als basis voor zijn aanval op het Romeinse rijk. Na de val van Carthago begonnen de Romeinen in de derde eeuw v.C. een definitieve romanisering. Deze zou van zulk gehalte zijn dat de Romeinse provincie "Hispania" zelfs op den duur keizers, intellectuelen en militairen zou voortbrengen.
Tegenwoordig heeft het land nog altijd en erfenis aan grote infrastructuren en openbare werken in de vorm van wegen, mijnen, steengroeven en bruggen. Er zijn talrijke steden, als Tarragona en Mérida, waar ruïnes van Romeinse amfitheaters staan alsmede van thermen, baden en renbanen. In Segovia staat één van de meest indrukwekkende aquaducten uit Romeinse tijd. Ook zijn er ruïnes van veel andere oude en verdwenen plaatsen te vinden in de huidige provincies van Cuenca, Soria, Sevilla en Málaga.

Invasies
De invasies van de volkeren uit het noorden, die een einde maakten aan het West-Romeinse keizerrijk, hebben in de vijfde eeuw een nieuwe cultuur voortgebracht, die van de Visigothen, met als hoofdstad Toledo. Ook hiervan is ons het één en ander overgeleverd, zoals enkele manuscripten en gesmeden voorwerpen uit die tijd.

De Middeleeuwen
De komst van de Arabieren in het jaar 711, aanvankelijk als militaire hulp bij Visigothische twisten, en hun aanwezigheid de daarop volgende eeuwen, heeft een beschaving voortgebracht, die op dat moment een brug zou vormen tussen Oost en West en het middeleeuwse Europa langzamerhand oude, tijdens de val van het Romeinse rijk verloren kennis onder ogen zou brengen, waaruit op den duur de Renaissance zou ontstaan.
De hoogstaande islamitische cultuur had een grote invloed op de christelijke stijl in Spanje. Er ontstond een zg. mozarabische stijl, die van de christelijke minderheden binnen islamistische gebieden, en een zg. mudéjar stijl, die van Arabische minderheden binnen de christelijke gebieden. De kunstuitingen van de Joodse gemeenschap, de derde cultuur binnen deze smeltkroes, zouden die overnemen. De jodenwijken, rituele badplaatsen en synagogen, o.a. in Toledo en Córdoba, zijn hier prachtige voorbeelden van.

De christelijke cultuur
De eerste tekenen van een Spaanse christelijke cultuur was de zg. Preromaanse kunst >> (ca. 9de-10de eeuw), nog steeds terug te vinden in Asturiës (o.a. in de kerken Santa María del Naranco, San Miguel de Lillo en San Julián de los Prados te Oviedo). Rond die tijd ontstond ook het eerste commentaar op de Apocalyps van Johannes door de Beato de Liébana >>, die in de daaropvolgende eeuwen meerdere malen gekopiëerd zou worden met kleurrijke illuminaties van een hoog artistiek gehalte.
De latere Romaanse kunst ontstond in het spoor van de beroemde Weg van Santiago >>, die duizenden pelgrims trok, met de kathedraal van Santiago als één van de interessantste voorbeelden. Ook vele overgebleven kastelen en kloosters geven uitdrukking aan deze stijl.
In de 13de en 14de eeuw kwam de Gothische stijl op, die vooral in Burgos, Toledo, León, Palma en Gerona in zijn hoogste glorie terug te vinden is.
Rond 1400 kwamen ook de eerste gitanos (zigeuners) in Spanje, die over de eeuwen heen onder invloed van muziek uit de Magreb en Afrika de flamenco >> zouden ontwikkelen.

De islam in Spanje
De islamitische kunst was toen al in de 10de eeuw, tijdens de Kaliefen, tot haar hoogste bloei gekomen. De moskee van Córdoba en de dichtbijgelegen stad Medina Azahara zijn de beste voorbeelden van deze kunst. Uit de Taifaperiode (11de eeuw) stammen de citadel van Málaga en de Aljafería van Zaragoza. De Nazaríkunst, in het kalifaat Granada, zou in de 14de en 15de eeuw voorbeelden voortbrengen van de toen heersende stijl, met als absoluut hoogtepunt het Alhambra en de tuinen van de Generalife.

De ontdekkingen en de Gouden Eeuw
De ontdekking van Amerika en de opkomst van de Renaissance waren de bron van een nieuwe stijl in Spanje, die gebaseerd is op strenge, klassieke vormen. Deze hebben o.a. de gevel van de universiteit en de kathedraal van Salamanca nagelaten, maar ook het paleis van Karel V te Granada en het kloosterpaleis van Philips II, El Escorial.
Contemporane schilders als Morales en El Greco >> en beeldhouwers als Berruguete waren de voorlopers van de Spaanse Gouden Eeuw (17de eeuw). Daarin zouden vooral schilders als Velásquez, Zurbarán, Ribera, Murillo en beeldhouwers als Gregorio Hernández, Martínez Montañés en Francisco Salzillo naar voren komen. De latere barok werd in de koloniale kunst in Amerika tot uitdrukking gebracht en liet in Spanje zelf de koninklijke paleizen van La Granja, Aranjuez en Madrid achter.

Neo-classicisme en romantiek
Het Prado museum in Madrid is een belangrijk exponent van deze nieuw opkomende stijl van rond de 18de en de 19de eeuw. In die tijd leefde ook Francisco de Goya >>, algemeen beschouwd als een voorganger van de moderne schilderkunst. Uit de 19de eeuw zijn in bepaalde musea de historische en zedenschilderingen uit de Spaanse Romantiek te zien, o.a. van Benlliure en Sorolla.
Na het Impressionisme komt een vernieuwing op gang aan de hand van o.a. de architect Antonio Gaudí, die de Sagrada Familia en Parque Güell, als beroemdste voorbeelden, in Barcelona ontwierp.

De 20ste eeuw
Avant-garde stijlen als het kubisme, surrealisme en dadaïsme van de 20ste eeuw zouden zich binnen de Spaanse cultuur vooral in kunstenaars als Pablo Picasso, Juan Gris >>, Salvador Dalí en Joan Miró uiten. In de laatste decennia is er universeel sprake van een individualisering binnen de architectuur (Ricardo Bofill, Santiago Calatrava >>...), de schilderkunst (Antoni Tàpies >>, Equipo Crónica >>, Luis Gordillo >>, Miquel Barceló >>...) en beeldbouwkunst (Eduardo Chilida >>, Jorge Oteiza >>...).