Luc Peire, artistiek geboren op Tenerife


Begin jaren 50 besloot de kunstschilder Luc Peire (Brugge, 1916-Parijs 1994) te breken met zijn verleden en naar de Congo te reizen. Wat hij daarmee wilde bereiken was de traditionele Europese kunst helemaal te vergeten en een weg naar andere horizonten te openen. Hij wilde ook de steeds zwakkere sporen van het expressionisme, onder invloed van Constant Permeke (1886-1952), in zijn werk definitief wissen. Zijn bedoeling was zich terug te trekken in stilte en anonimiteit en zo bewust te worden van het spirituele, van een stem in zijn diepste binnenste. Het zou een langzame tocht worden, maar tevens een onverbiddelijke. De kunstenaar Peire belandde in een evolutieproces, waarin zijn plastische werk zou breken met het verleden en zich zo volledig zou omvormen.

Een jaar later, toen de kunstenaar op Tenerife belandde, had hij intussen een metamorfose ondergaan. Zijn verblijf op het Spaanse Canarische eiland zou dan ook de tijd zijn van een sedimentatie van zijn Congolese ervaringen, het definitieve uitgangspunt voor een hernieuwde creatief werk dat zich langzaamaan zou evolueren tot absoluut constructief-abstract, met een verticale dominantie. Achteraf zou Peire er zelf over zeggen: 'Ik denk artistiek te zijn geboren in 1952 in Santa Cruz de Tenerife'.

Bij die geboorte zijn de steun en kritiek van de Italiaanse architect Alberto Sartoris (1901-1998) en de op Tenerife geboren schilder en kunstcriticus Eduardo Westerdahl (1902-1983), van Zweeds-Catalaanse origine, van groot belang geweest. Twee vrienden die hun rotsvaste vertrouwen uitten in de toekomst van Peire's kunst. De helderheid van Westerdahl wekt vandaag de dag nog steeds waardering op. Hij publiceerde onder in het fonds van het 'Institute of Hispanic Studies' een gedetailleerde monografie over deze op dat moment nog vrij onbekende buitenlandse kunstenaar wat nog altijd beschouwd wordt als één van de belangrijkste getuigenissen van hoe Luc Peire is geworden wat we uiteindelijk kennen.

Immateriëel universum
Sinds 1953 zal de menselijke figuur in het werk van de Belgische kunstenaar geleidelijk worden teruggebracht tot eenvoudig lineair profiel, insinuerende geometrische lijnen met een ondersteuning van het perspectief. Verticale lijnen zijn slechts nog verre herinneringen aan curven en ronde vormen van wat ooit misschien menselijke hoofden waren. Elke verwijzing naar een werkelijke ruimte verdwijnt. Tegen 1965 leidt dit proces tot een perfecte eenheid en samenhang, een immateriëel universum van vormen met een eigenheid binnen het iconografische erfgoed van de westerse kunstgeschiedenis.

In de nieuwe schilderijen van Luc Peire is er sprake van een ritmische organisatie van een twee-dimensionale dynamische ruimte. Die organisatie wordt niet zozeer verkregen door een ritme van vormen, maar eerder door een soort musicale eenheid, zonder lichamelijkheid. Het is mystiek, spiritueel en contemplatief. De werkelijkheid wordt terugebracht tot het mathematische, tot een kosmische muziek van compacte bundels van geluiden of losse bewegingen.

Erkenning voor de waarde van dit werk zou niet uitblijven. In 1961 kreeg Peire, die als jonge kunstenaar in 1947 al de Prijs van Rome won, de Grote Prijs van de stad Oostende en van de stad Knokke toegekend, in 1968 de Prijs Biënnale van Venetië en in 1979 de Grote Prijs voor schone kunsten van de stad Brest. Ter bevordering van het werk van Luc Peire werd de Vereniging Luc Peire opgericht en een zeer uitgebreid aantal werken wordt tegenwoordig bewaard en tentoongesteld in het Museum Peire in Knokke.