Lotje de Lussanet: objecten van vruchtbaarheid en verval



Als je Lotje de Lussanet (Middelburg, 1952) bezoekt in haar gloednieuwe chalet, waar ze over een ruim en zonnig atelier beschikt, valt het op hoe vaak ze het woord ‘onrustig’ gebruikt om haar vroegere bestaan van te beschrijven. Een bestaan, waarin ze al in haar studententijd veel van heg naar steg ging: na een jeugd in Den Haag, studeerde ze psychologie in Groningen en later tot 1979 aan de Academie van Beeldende Kunsten (AKI) te Enschede. Vervolgens bereisde ze van 1979 tot 1981 Latijns Amerika en woonde ze tussen 1983 en 1985 in Mexico City alvorens in 1988 in Spanje te komen wonen. Ook hier had ze aanvankelijk nimmer een echte vaste standplaats.

Misschien dat daarom in haar werk het begrip ‘standvastigheid’ zo vaak opdoemt, in elk geval met betrekking tot de bomen, die ze enkele jaren geleden nog afbeeldde in beschilderde papierreliëfs (waarin ook onmiskenbaar de inspiratie, die ze tijdens haar reizen van Latijns Amerikaanse indianenculturen opdeed, te ontdekken is). Vooral de allersterkste en meest duurzaamste, zoals de eik en de steeneik komen er veelal bij aan bod.
Vandaaruit is de kunstenares de laatste jaren nog iets dieper op het onderwerp in gegaan, en het mag geen toeval heten dat ze nader wilde komen tot het summum van die standvastigheid, die ze eigenlijk altijd in haar eigen leven gezocht moet hebben, in de vorm van de essentie van de Moeder Aarde zelf: de eeuwige kringloop van begin en einde, groei en verval, oftewel het oeroude geheim van de vrouwelijke vruchtbaarheid, die opkomt en afsterft. Hoe beter dan die weer te geven dan door middel van een vrucht, het wezenlijke resultaat van de vruchtbaarheid van welk aards wezen dan ook? Door verdroogde boomvruchten, als een amandel, beukenoot of eikel sterk uit te vergroten weet Lotje vorm te geven aan objecten met onontkoombare sensuele structuren, ontstaan door het kneden en laten drogen van papier en lijm en het monochrome beschilderen ervan met papierpulp gemengd met lijm en natuurlijke pigmenten, als okergeel of karmijnrood. Niet zelden kan een beschouwer zich onttrekken aan de indruk dat deze objecten min of meer verscholen geslachtskenmerken bezitten: een eikel met een punt, die gauw doet denken aan een tepel, een gedeeltelijk gespleten walnoot... Hierdoor wordt het metafoor van de vruchtbaarheid nog eens benadrukt.

Beheerst door dit gegeven heeft Lotje de Lussanet aan een videofilm gewerkt, die geïnspireerd werd door het schilderij "De Tuin der Lusten" van Jeroen Bosch, en aan een boek onder de titel "Het wel en wee van de wereld", uitgegeven door d´Jonge Hond, in 2007. In september 2008 werd de video vertoond tijdens de Noche Blanca te Madrid in de Fundación Carlos de Amberes. In 2010 had zij een expositie in het Palau de Música te Valencia.

Ga verder naar de >>website van Loje de Lussanet.