Juan Bautista Maíno en 'de herovering van São Salvador'

'La recuperación de Bahía' (De herovering van São Salvador) van Fray Juan Bautista Maino (Pastrana 1581-Madrid 1649) is een weergave van één van vele momenten in de geschiedenis van de vijandschap tussen Spanje en Nederland: de herovering in 1625 van de Braziliaanse stad São Salvador de Bahia door de Spanjaarden, in 1624 nog in alle trots ingenomen door de Nederlandse vloot. Een belangrijke rol in deze geschiedenis speelde de ons aller bekende Piet Hein, op dat moment vice-admiraal. Pikant detail is dat in dezelfde stad het Nederlands elftal voor in de groepsfase van het WK voetbal in 2014 tegen Spanje revanche nam voor de verloren finale in 2010. Het paneel hangt in het Prado museum te Madrid.

Het historische feit
Op 8 mei 1624 bereikte een vloot van 26 schepen de hoofdstad São Salvador da Bahia de Todos os Santos in de jonge Portugese kolonie Brazilië (tegenwoordig bekend als Bahia), eerder in 1598 al kort onder Nederlands bewind geweest. De volgende dag al leidde viceadmiraal Piet Hein persoonlijk de succesvolle bestorming van het zeefort van de stad. De stad viel binnen een dag zonder slag of stoot.

Op 5 augustus 1624 vertrok Piet Hein met zeven schepen, nadat admiraal Willekens met de meeste andere schepen naar Nederland teruggekeerd was. De bedoeling was om vandaaruit São Paulo de Loanda (Luanda) in de Portugese kolonie Angola te veroveren. Dat was een belangrijke uitvoerhaven van slaven. Door het blokkeren van de slavenhandel hoopte hij het hele plantagesysteem in Amerika lam te kunnen leggen. De Westindische compagnie deed tot 1635 nl. wel aan slaventransport maar niet aan -handel, aanvankelijk nog als onethisch gezien. Omdat Hein een andere vloot van drie schepen onder leiding van Filips van Zuylen miste, die ten noorden van de plaats was gelegen, besloot hij op 30 oktober om de stad dan zelf maar aan te vallen. Die aanval mislukte omdat Luanda enorm was versterkt na eerdere activiteiten van Van Zuylen.

Op 21 november gaf Hein de blokkade op en probeerde vergeefs contact te leggen met het koninkrijk Kongo, dat tevoren had aangegeven een bondgenootschap tegen Portugal te willen sluiten. Die bleken zich echter weer met de Portugezen verzoend te hebben. Daarom zette hij op 2 februari 1625 weer zeil naar São Salvador, waar hij op 18 april werd verrast door de aanwezigheid van de Spaanse vloot van Don Fadrique van Toledo met de bedoeling de stad te belegeren. Hein was zelf veel te zwak om de stad te hulp te schieten en wist ook de hulpvloot van admiraal Boudewijn Hendrickszoon niet te vinden, die pas vijf weken later vanuit Nederland zou arriveren. Bahia werd op 30 april 1625 overgegeven aan de Spanjaarden. Vijf dagen later vernam Hein dat de stad gevallen was en voer terug naar Nederland.

In 1638 zouden de Nederlanders nog een laatste poging wagen om de stad, een belangrijke plaats voor de suikerexport, in te nemen.

Het schilderij
De herovering van São Salvado, de verovering van de stad Breda en de mislukte poging van de Engelsen om Cádiz in te nemen maakten van het jaar 1625, vier jaar na de troonsbestijging van Filips IV, het zg. 'annus miravilis'. God was Spaans, werd er alom beweerd. Reden te over om er visueel aan herinnerd te worden. En zo kreeg Maino, die op dat moment aan het Spaanse hof verkeerde, de koninklijke opdracht voor een schilderij, dat in het 'Palacio del Buen Retiro' te Madrid zou komen te hangen.

Het resultaato kan als een meesterwerk beschouwd worden. Het onderscheidt zich in helderheid en originaliteit. Het toont triomfalisme en tegelijkertijd de pijn van de oorlog. Op de achtergrond toont Don Fradique de overwonnenen een allegorische portret van Filips IV, die symbolen van de Ketterij, Woede en Oorlog vertrapt, terwijl de graaf hertog van Olivares de koning een lauwerkroon opdoet. Op de voorgrond is de de nasleep van de strijd is te zien:  twee mensen trachten het lijden van een gewonde soldaat te verlichten ten aanzien van een aantal mannen, vrouwen en kinderen, een levendige en realistische incarnatie van de Vroomheid, Liefde en het Lijden .

De kunstenaar
Er bestaat een vage hypothese dat Fray Juan Bautista Maino (Pastrana 1581-Madrid 1649) een leerling was van El Greco. Feit is echter dat hij gevormd werd in Italië, waar hij de jaren 1600-1608 doorbracht in het atelier van de klassieke schilder Aníbal Carracci. Hij begon zich al gauw ie interesseren voor de meer naturalistische stijl van Caravaggio, die hij leerde kennen dankzij. diens leerling Orazio Gentileschi . Dit is te merken is aan de sombere naturalistische stijl van zijn werk. Zijnde een monnik was dat bijna in zijn geheel religieus van aard. 'La recuperación de Bahía', een weergave van de herovering in 1625 van de Braziliaanse stad São Salvador de Bahia door de Spanjaarden, is daarop een eenzame uitzondering. Het werd gemaakt in opdracht van koning Filips IV in de jaren 1634-35.

Maino werd geboren binnen een gezin van een Milanese lakenhandelaar en een adellijke Portugese in dienst van de Hertogin van Pastrana, de beroemde Prinses van Eboli (1540-1592). Hij groeide daarom op in een cultureel milieu in de stad Pastrana (Guadalajara).

Na zijn verblijf en leertijd in Italië zou hij daar  in 1608 ook aanvankelijk naar terugkeren. Zijn 'Italiaanse' stijl werd er direct opgemerkt en zo kreeg hij van het plaatselijke Franciscaner klooster een opdracht voor een 'Trinidad' (Drieëenheid) dat daar in het zijaltaar geplaatst zou worden. Drie jaar later installeert hij zich in Toledo, waar hij misschien wel zijn beroemdste werk maakt, 'Retablo de las cuatro Pascuas' (Museo del Prado, Madrid). Vooral opmerkelijk zijn de doeken 'La Adoración de los Reyes Magos' (Aanbidding der Wijzen) en 'La Adoración de los pastores' (Aanbidding der herders), beiden in verticaal formaat. Dit werk zou hem al gauw zelfs aan het Spaanse hof bekend maken.

In juni 1613 besloot Maino als monnik tot de Dominicaanse Orde in het klooster van San Pedro Martir toe te treden. Dit verminderde zijn artistieke activiteit. Toch besloot de Spaanse koning Filips III (1578-1621) hem in 1620 als ​​leraar tekenen aan te stellen voor zijn zoon, de toekomstige Filips IV (1605-1665). In die periode raakte Maino bevriend met o.a. Diego Velázquez, die als jonge schilder door hem gekozen zou worden om een doek met als thema de verdrijving van de Moren te schilderen. Dit paneel zou de positie van Velázquez aan het hof van Madrid versterken, maar is helaas niet bewaard gebleven. Het zou verwoest worden tijdens de brand van het Alcázar van Madrid 1734.

In het weinige profane werk van Juan Bautista Maino treffen we symbolen aan, die zouden kunnen wijzen op een bepaalde kritiek op de politiek en samenleving van zijn tijd. Het gaat om tekeningen en gravures van Felipe IV, enkele portretminiaturen, portretten en natuurlijk het bovengenoemde schilderij 'La recuperación de Bahía'.

Maino stierf in het klooster van Santo Tomás te Madrid, in 1649.