Nederlandse schilderkunst in het Prado, een verzameling met hiaten

Het is zeker te wijten aan de Tachtigjarige oorlog en de breuk van de Noorderlijke Nederlanden met Spanje in 1581 dat er relatief maar weinig werken van grote Hollandse schilders uit de zeventiende eeuw in Spanje te vinden zijn. Dankzij late aankopen van het Spaanse hof, in de achttiende eeuw, bezit het Prado museum in Madrid tegenwoordig nog nog ongeveer tweehonderd werken. Daarbij wordt een schilderij van Rembrandt geteld, 'Artemis' of 'Judith op het banket van Holofernes',  gekocht door Karel III, maar zijn andere grote meesters als Johannes Vermeer en Frans Hals de grote afwezigen.


Hett werk van Rembrandt, waarvan men vermoedt dat diens zwangere echtgenote Saskia model heeft gestaan voor Judith, heeft opverigens nogal voeten in de aarde gehad. Aanvankelijk dacht men dat het hier ging om de godin Artemis, maar gaandeweg raakten specialisten er steeds meer van overtuigd dat het gaat om een bijbelse afbeelding, Judith op het banket van Holofernes, een populair onderwerp in die periode.

Stillevens en genreschilderkunst
Naast dit ene schilderij van Rembrandt bewaart het Prado nog enkele andere tafereelschilderijen van Mathias Stomer en Salomon de Bray, waaronder 'Het ongeloof van de heilige Thomas'. Verder zijn er stillevens aan te treffen van schilders uit de Haarlemse school, Pieter Claesz, Willem Claesz Heda, en Jan Davidsz de Heem, en wordt de genreschilderkunst vertegenwoordigd door Philips Wouwerman en Adriaen van Ostade. Een voorbeeld van portretschilderkunst uit de tijd is dat van Petronella Waert door Gerard Ter Borch. Verder zijn er landschappen  van Jan Both, Herman van Swanevelt en Jacob van Ruisdael en een dierschilderij van Gabriël Metsu.

Zestiende eeuw
Schilders uit de Hollandse school die goed in het Prado zijn om uiteenlopende redenen vertegenwoordigd zijn >>Anthonis Mor en >>Jeroen Bosch. De eerste omdat hij jarenlang schilder was aan het hof van Karel V (in Spanje Karel I) en de tweede omdat zijn werk werd bewonderd door Filips II, die meerdere schilderijen in zijn privé verzameling had. Overigens wordt Jeroen Bosch meestal ondergebracht onder de Vlaamse schilderkunst -dit omdat Vlaanderen in die tijd de Nederlanden domineerde. Zijn beroemdste werk in het Prado is het drieluik 'De Tuin der Lusten'.

Vlaamse schilderkunst
Van de Vlaamse school is in het Prado veel meer te vinden dan van de Hollandse, zowel in kwaliteit als kwantiteit. De vijftiende en zestiende eeuw zijn bijzonder goed vertegenwoordigd, met vele werken van Rogier van der Weijden. Daarnaast zijn er schilderijen van o.a. Robert Campin, Dirk Bouts, Hans Memling, Joachim Patinir of Pieter Bruegel de Oude te vinden.

Doordat de Zuiderlijke Nederlanden tijdens en na de Tachtigjarige Oorlog voor de Spaanse troon behouden bleven is het niet te verwonderen dat er ook vele zeventiende eeuwse Vlaamse schilders in het madrileense museum vertegenwoordigd zijn, zoals >>Peter Paul Rubens, >>Anton Van Dyck en Jacob Jordaens. Alleen van Rubens zijn er in het Prado al meer dan negentig werken, waaronder enkele die gemaakt zijn tijdens zijn verblijf in Spanje in de jaren 1603 en 1628.

Deze verzameling wordt overigens gecompleteerd met schilderijen van de meest gerenommeerde leerlingen van Van Dyck en Jordaens, en door Jan Brueghel de Oude, zoon van Pieter Brueghel de Oude, Paul de Vos en David Teniers.